In deze verhalen speelt ‘eten’ slechts een bijrol. Het zijn complete, korte verhalen over de meest uiteenlopende onderwerpen. Het verhaal staat hier centraal.
In sommige verhalen is ‘culinair’ nog te terug te vinden. Zoals in ‘De IJsbreker’ In dit verhaal staat een verkoper van vriesproducten centraal. In ‘Nachtmerrie’ staat een recept voor paardevlees centraal. Maar vanaf de eerste regels is duidelijk dat dit geen documentaire is.
Soms is de culinaire basis al bijna onzichtbaar. Een goed voorbeeld is het verhaal ‘Vasten’ dat gaat over een culinair journaliste met een eetstoornis.
Soms is een gesprek of observatie aanleiding voor een verhaal. ‘Home is where the heart is” is een verhaal dat voortkomt uit een gesprek met een achterbuurman over duivenmelken. Hij vertelde hoe zijn vader alles over had voor zijn duiven. Maar dat als ze oud werden of slecht vlogen hij ze met smaak oppeuzelde. Bij dit verhaal en veel andere verhalen volgt dan uitgebreid onderzoek. Veel lezen en veel gesprekken. Veel lange ritten door het land om het idee te bemesten. Bijna nooit is de research terug te vinden in de tekst. Het fundament blijft denk ik onzichtbaar maar draagt de tekst.