‘Lief, je bent om op te eten’, fluisterde ik en streelde de haren uit haar nek. Ik kuste haar: ‘Snoepje, mijn duifje.’ Ze lachte slaperig. Ik wilde haar passie proeven en beet haar daar waar alle zenuwen samenkomen en taal verdwijnt. Maar ze had aan een half, gefluisterd woord genoeg. ‘Oh mijn lief, mijn zoet…’ Ik betastte haar met mijn handen en tanden, de hele zaterdagochtend tot aan het veel te late ontbijt.
Maar ik wilde méér dan dat! Mijn lief met huid en haar verslinden. De vertedering, om haar te verteren. ‘Wat ben je lekker’, zei ik zacht en dacht: eten en gegeten te worden, bijten en gebeten worden. Omdat eten de ultieme intimiteit moet zijn. Het bitter van de resten van het parfum van gisteravond, het verre zuur van de nacht. Ik proefde het zout van haar zweet met de papillen op het puntje van mijn tong, maar meer nog met mijn zenuwen die vonkten tot in het donker van mijn brein. Dit is liefde, hijgde ik in het ritme van haar hart. Dit is de smaak van de liefde zelf!
36
Zesendertig zaterdagen, sindsdien, maar ik heb ze niet hoeven tellen. Boven lig jij aan je moeders borst en buiten zindert de zomer. Mijn gedachten buitelen als een kalf door de weilanden. Je tante is al boven om de kraamzorg van wie ik steeds weer de naam vergeet te helpen. Je gloednieuwe grootouders zijn onderweg uit Frankrijk en ik kijk mezelf verbaasd aan in de weerspiegeling van het keukenraam. Ik zie mezelf stralen en gelukkig grijnzen. Vrienden komen vanavond voor de champagne die hoort bij een geboorte en op het aanrecht staat het geboortesuiker. Moeizaam heb ik de snoepjes in flesjes verpakt. Ook zo’n traditie; in de zeventiende eeuw kregen kinderen zo’n flesje om het snoepgoed uit de smalle hals te peuteren. Een zoete verwijzing naar het nauwe geboortekanaal. In mijn keuken geen beschuit met muisjes uit een kartonnen doosje. Gisteren maakte ik de geschenken zelf van de beste amandelen. Om toch iets van de Hollandse traditie te bewaren, voegde ik anijsolie toe. In de middeleeuwen was het een kostbaar geneesmiddel dat zou helpen de baarmoeder te herstellen. Ik lach hardop, als ik bedenk dat het ook bedoeld was om de melk op gang te brengen na de geboorte. En dan bloos ik, omdat ik plotseling de smaak proef van die melk. Dat heerlijke zoet, op de plek waar passie overheerste. En plotseling lijkt het lang geleden, die wonderlijke weken waarin ik van een man in een vader veranderde. En zij, van mijn prooi, in de moeder van mijn kind.
Zoet
Een enkele druppel zoet. Omdat van de vier basissmaken, zoet de smaak van liefde is. Dat is meer dan een dom gedicht of een gedachte. Maanden heb ik toegekeken hoe je groeide. Met mijn wang op haar huid, voelde ik je zoekend zwemmen in die wonderlijke warme wereld. En ik wist wat er gebeurde. Al vanaf de vierde week ontwikkelde zich het begin van je tong. Niet meer dan een knobbeltje tussen de kieuwbogen die herinneren aan onze oorspong in het water. En ik stelde me voor hoe je vier hersenzenuwen groeiden vanuit het diepst van je brein. Ik zag voor me hoe ze vertakten, verfijnden, tastten als de wortels van een boom. Zoekend, naar de miljoenen smaakknoppen op je tong. Zes maanden was je, toen proefde je voor het eerst. Je dronk het vruchtwater, met je mond wijd open. Je dronk niet omdat je dorst had, maar alleen om te proeven. Om te leren het zoet van het zuur te onderscheiden en het bitter van het zout. En ik? Ik gaf je moeder honderden gerechtjes te eten. Tientallen heel precieze smaakjes zodat jouw smaak, je brein, zich zou ontwikkelen. En ik kookte zoet, omdat ik wist dat – nog voor jouw eerste gedachte – de smaak van liefde je voorkeur heeft.
Smaak
Liefde gaat door de maag. Maar meer nog door de hersenen die kleur, geur en smaak verbinden. De thalamus is evolutionair een van de oudste delen van de hersenen. Het verbindt je zintuigen met de hersenschors waar alle indrukken van je leven worden geïnterpreteerd en vertaald naar een veelheid van associaties. Het is de verbinding tussen je papillen en de kunst van het proeven. Alles wat je moeder at en jij in dat vruchtwater vond, werd door de thalamus doorgestuurd naar de primaire cortexgebieden en dan in de hersenschors vergeleken met eerdere ervaringen. Met elk gerecht dat ik maakte, elke herinnering, kreeg smaak meer betekenis.
Liefde is een kwestie van smaak, bedacht ik de dag toen ik hoorde dat je kwam. Misschien dat ik je moeder nog eens opbiecht, dat ik een paar weken geleden haar oma heb gebeld. ‘Hier in de Pyreneeën waren we te arm om zoiets weg te gooien’, grinnikte ze toen ik het haar vroeg. Het was lang genoeg stil om me haar in de keuken van haar huisje aan de rand van het dorp voor te stellen. ‘Ze werden aan een boom gespijkerd…’ herinnerde ze zich. Ik dacht aan de oude notenbomen voor haar huis en stelde me Madame B voor in de keuken. Haar telefoon met het lange snoer onder haar oor gedrukt terwijl ze voer voor haar ganzen mengde. Ik wist dat ik haar gedachten niet moest onderbreken en wachtte. ‘Je at van je eerste, hier in de streek. Een tante maakte het voor je, op de dag van de geboorte.’ ‘Alleen de eerste?’ vroeg ik gespannen. ‘De anderen kan ik me niet herinneren. Alleen Michel, mijn eerste.’ Michel was haar oudste zoon die nu onderweg was naar zijn eerste kleinzoon. ‘Brood erbij, uien, én een groot glas cider. Heel versterkend. Een beetje als lever – maar zoeter dan varken’, zei ze met haar harde accent. Ze zuchtte: ‘Ik weet niet of ze dat nu nog eten. Ze zullen het wel voor de honden gooien.’ Het klonk of het haar speet. Misschien niet eens vanwege de traditie, maar vooral vanwege de smaak.
Voeding
Boven, in onze slaapkamer lig je bij je moeder. Na al die maanden is je moeder opeens meer dan een lopend buffet met zuurstof, vetten en vitaminen. Na een minuut al vond je de weg naar haar borst. Je proefde en dronk en door dat dorstig zuigen kwam de nageboorte los. Een concentraat van voedingstoffen en hormonen. Een morning-after pil, maar dan maanden te laat zou je kunnen zeggen. De meeste zoogdieren eten hun eigen placenta, placentofagie wordt het genoemd. Het zou de band tussen moeder en kind versterken. Maar placenta is een te medische term voor zoiets moois als het vlees van mijn vlees, het bloed van mijn bloed. Het tweede kind, zo noemen ze de placenta in Marokko. En omdat smaak mijn religie is en traditie mijn taal, kan ik niet anders doen, dan wat al eeuwen gebruik was op het platteland. Terwijl jullie sliepen, heb ik de oven voorverwarmd op 250 graden. Ik heb de placenta schoongespoeld en de restanten van de navelstreng weggesneden. Daarna heb ik hem boven een bad van limoengras, gember en peper gestoomd alsof het een lever was. Ik hang de plakken in de oven en schenk mezelf een glas wijn in. Ik schat dat het een uur of vier zal duren voor het tweede kind droog, kruimelig en donkerrood is.
Niemand hoeft er iets van te weten, behalve je overgrootmoeder in de Pyreneeën. Ik vermaal het tot een poeder dat ik volgend jaar pas gebruik. Ik ben van plan het elk jaar, beetje bij beetje, door het beslag van jouw verjaardagcakes te mengen. Jouw jaarlijkse moederkoek. De smaak is metalig, die moeilijk te beschrijven vijfde smaak. De vijfde toevoeging aan het palet dat mensen als ik liefde noemen. Want liefde gaat over de tong. Morgen doe ik de geboortekaartjes op de bus en ik verwacht een paar vragen over je tweede naam. Umami, heerlijkheid.
Dit verhaal is eerder verschenen in Bouillon! Het gastronomisch magazine in boekvorm.
illustratie Angela de Vrede